Blog: Geen symptoombestrijding, maar rigoureus hervormen
Geplaatst op 09 juli 2021
De lat ligt hoog. Eneco wil in 2035 CO2-neutraal zijn, de glastuinbouwsector in 2040. Om in een korte periode een dusdanige ommezwaai te bewerkstelligen, moeten we gaan omdenken. Ofwel: niet blijven hangen in technieken en gedrag die horen bij een fossiel tijdperk, maar de energiemarkt dusdanig hervormen dat we klaar zijn voor een energie neutrale toekomst. Met deze blog wil ik uitleggen waar ik precies op doel. Uiteraard - maar helaas - zonder direct toepasbare oplossingen; daarvoor is deze blog te kort en de uitdaging te groot.
Aanpak op basis van fossiele energie-tijdperk
De ondersteuning en het stimuleren van energiebesparende en duurzame maatregelen vindt de laatste jaren plaats op basis van SDE-subsidies. Deze aanpak is echter grotendeels gebaseerd op het tijdperk van fossiele energie en te weinig gericht op de klimaat neutrale gedachte. In eerste instantie was er geen probleem en hadden hoge subsidies per MWh totaal geen invloed op de marktprijs. Maar inmiddels is het gesubsidieerde duurzame productievolume zo groot dat de elektriciteitsproductie bij veel zon of wind dusdanig hoog is, dat sprake is van negatieve marktprijzen.
Je zou verwachten dat de productie van elektriciteit uit wind en zon zou worden afgeschakeld op het moment dat producenten moeten gaan betalen voor het invoeden van elektriciteit op het net. Daarvan is immers sprake bij negatieve prijzen. Dat gebeurt echter niet. Vooral omdat projectontwikkelaars die de grotere wind- en zonparken bouwen, deze vaak al bij oplevering verkopen aan een exploitant. De opgewekte elektriciteit wordt vervolgens voor een lange periode gecontracteerd door één of meerdere energieleveranciers. Deze partijen geven een prijs af voor alle geproduceerde elektriciteit, met het idee dat zij deze elektriciteit tegen een hogere waarde kunnen verkopen. Negatieve marktprijzen zijn dan voor risico van de energieleverancier en niet meer van de producent. Hierdoor heeft de producent geen reden om zich anders te gaan gedragen bij negatieve prijzen en de productie terug te schroeven. Immers: hij wordt hier zelf niet door geraakt.
Kunstmatig evenwicht
Om het probleem op te lossen, zoekt de leverancier vervolgens bij haar klanten naar flexibiliteit qua op- en afregelen of bekijkt hij de mogelijkheden voor opslag van deze negatief geprijsde elektriciteit. Dan komen bijvoorbeeld opslag in waterstof of e-boiler-concepten in beeld. Uiteraard met SDE++-subsidie, om de exploitatie rendabel te maken. De eerste e-boiler of elektrolyser op basis van groene waterstof zal weinig verandering brengen in de totstandkoming van de marktprijs. Maar onder invloed van SDE++-subsidie ontstaat gaandeweg een nieuw (kunstmatig) gecreëerd marktevenwicht. E-boilers gaan niet pas aan bij een negatieve prijs, maar op het prijsniveau van de SDE-subsidie. Terwijl dit eigenlijk helemaal niet nodig is. Je kunt ook - heel simpel - de wind- en zonproductie afregelen zodra de marktprijs onder nul dreigt te komen. Op die manier voorkom je onnodige investeringen in flexibele oplossingen en noodgrepen om te verhinderen dat het net overbelast raakt.
De echte uitdaging ligt in de perioden dat wind of zon ons in de steek laten. Dan is er weinig aanbod, terwijl de vraag gelijk blijft. De eerste stap is dan om de vraag te verlagen en vervolgens (duurzaam) vermogen op te regelen. Denk bijvoorbeeld aan het opregelen van WKK-vermogen of het inzetten van waterstof voor elektriciteitsproductie.
Echte prikkels als leidraad
Samenvattend moet de weg naar een klimaatneutraal energiesysteem gebaseerd zijn op échte prikkels. En dus niet op kunstmatig gecreëerde prikkels, waarbij de ondergrens van de prijs richting nul gaat en de bovengrens wordt bepaald door de inzet van flexibele oplossingen, al dan niet ondersteund door subsidies.
Kortom: blijven we hangen in het bestrijden van symptomen of hervormen we de energiemarkt dusdanig dat we klaar zijn voor een klimaatneutraal energiesysteem? Dat is de vraag waar het écht om draait!
Bron: Rien Bot