Blog: No guts, no glory: octrooieren vergt lef
Geplaatst op 07 juni 2022
Aan een nieuw avontuur beginnen is niet voor watjes. Zo ook als je een oplossing bedenkt voor een nieuw probleem dat er opeens is. Je legt je ziel en zaligheid in de uitvinding, en investeert er veel tijd, geld en energie in. En dat allemaal met het risico dat een concurrent bijna tegelijkertijd op hetzelfde idee komt en wellicht ook overgaat tot het proberen te octrooieren daarvan. Stel dat deze net een dag eerder is. Dan kun je straks misschien je eigen uitvinding niet eens gaan verkopen of toepassen. Stelt u zich de teleurstelling én de verloren investering eens voor. Toch adviseer ik bij mooie uitvindingen met veel potentie om er vol gas voor te gaan. No guts, no glory!
Als de tijd rijp is
Soms is de tijd gewoon rijp voor een specifieke uitvinding. Wat te denken van al die nieuwe uitdagingen die door Corona opeens op ons afkwamen, zoals tekort aan personeel. Of van de sterk verhoogde noodzaak tot energiebesparing en alternatieve energiebronnen als gevolg van door oorlog explosief gestegen gasprijzen en dreigende boycots. Als door veel mensen opeens eenzelfde probleem wordt ervaren, dan kun je er vanuit gaan dat er meerdere creatievelingen op hetzelfde moment op een oplossing zitten te broeden.
Maar ja, daar stuiten we gelijk op het risico: u bent niet de enige die weet dat deze problemen spelen. Het kan dus zomaar zo zijn dat een ander op hetzelfde idee komt en - net als u - een octrooiaanvraag laat opstellen en indienen.
Iedereen in hetzelfde schuitje
In het octrooirecht werkt het zo dat octrooiaanvragen 18 maanden lang geheim blijven. Pas na 1,5 jaar kan je er dus achter komen of je ook echt de allereerste was om voor een bepaalde uitvinding een octrooi aan te vragen. Onzekerheid troef dus. Na 9 maanden krijg je al wel een eerste officieel nieuwheidsrapport van bijvoorbeeld het Europees Octrooibureau, maar de betrokken examiner mag daarin dan niet verwijzen naar recent ingediende octrooiaanvragen van concurrenten die op dat moment nog steeds in de geheime fase zitten. Wat te doen? Er vol voor gaan, of wachten? Wel investeren, maar geen zekerheid?
En de concurrent zit ondertussen in hetzelfde schuitje. Of u nu een tuinbouwer bent die al wandelend door de kas een slimme oplossing verzint om minder energie te verbruiken of u bent een gespecialiseerde kassenbouwer of lichtspecialist met een eigen R&D-afdeling die op hetzelfde idee is uitgekomen. Beiden weet u pas na 18 maanden of u de enige en de allereerste bent. Het uitgangspunt is hetzelfde. En het gaat er niet eens om wie als eerste de uitvinding heeft gedaan, maar wie er als eerste de octrooiaanvrage heeft ingediend.
Misschien ben ik als octrooigemachtigde niet even objectief. Ik spring per definitie op uit mijn stoel bij het horen van een prachtige nieuwe uitvinding. Toch is mijn advies om er vol voor te gaan. Neem een risico als u zich dat kunt veroorloven. De samenleving zit met spanning te wachten om verrijkt te worden met uw uitvinding. En grote kans dat er ten minste op detailniveau nog allerlei verschillen over blijven tussen uw uitvinding en die van een eventuele concurrent. Met niets doen zijn exclusieve octrooirechten sowieso niet van u. En afwachten leidt alleen maar tot verschuiving van het probleem.
Uitstel van kosten
Kan dat nou niet wat minder risicovol? Zeker! In ieder geval op mijn vakgebied van Intellectuele Eigendommen is er een beschermingsstrategie om de kosten te beperken. Dit is een route waarbij je in het 1e jaar voor een beperkt bedrag in potentie wereldwijde bescherming aanvraagt, zodat pas daarna een landenkeuze gemaakt hoeft te worden. Deze periode van 1 jaar kan daarna voor bijna alle landen nog eens uitgesteld worden met 1,5 jaar extra. Dit geeft u in totaal 2,5 jaar ondernemingstijd. En brengt u ook ver voorbij het moment dat in eerste instantie geheime octrooiaanvragen van concurrenten dan inmiddels al lang gepubliceerd zijn en meegenomen kunnen worden in de verdere besluitvorming.
In de volgende blog geef ik u graag meer uitleg over deze route aan de hand van een voorbeeld. Denk dus alvast maar na over slimme automatisering voor de oogst, energiebesparing in de kas en alternatieve energiebronnen. Ik ben benieuwd of u mij kunt doen opspringen uit mijn stoel.
Bron: Rudi Riemens
Meer nieuws