Consumptie groeit bijna 1%
Geplaatst op 16 mei 2023
De consumptiecijfers betreffen volumecijfers. Dat wil zeggen dat ze zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen. Daarnaast is ook voor veranderingen in de samenstelling van de koopdagen gecorrigeerd. Volgens de CBS Consumptieradar waren de omstandigheden voor de consumptie in april minder gunstig dan in maart.
Huishoudens kopen meer diensten
Consumenten hebben in maart, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, 2,8 procent meer besteed aan diensten, zoals verzekeringen, openbaar vervoer en een bezoek aan restaurant, evenementen of kapper, dan in maart 2022. Bestedingen aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen door huishoudens uit.
In maart hebben consumenten 5,8 procent minder voedingsmiddelen, dranken en tabak gekocht. Ze hebben ook 3,9 procent minder duurzame goederen aangeschaft dan in maart 2022. Huishoudens hebben vooral minder spullen voor woninginrichting, kleding en schoenen gekocht. Ze kochten echter meer auto’s. Verder hebben ze in maart 6,8 procent meer overige goederen, zoals energie en motorbrandstoffen, verbruikt.
Drie weken geleden meldde het CBS dat het verkoopvolume van de detailhandel in maart 7 procent kleiner was dan in maart 2022. Het volume van de non-foodsector lag 9,6 procent lager, terwijl dat van de foodsector met 5,7 procent kromp. Deze cijfers zijn ook gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.
Omstandigheden consumptie in april minder gunstig
Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.
Volgens de consumptieradar waren de omstandigheden voor de consumptie in april minder gunstig dan in maart. Dat komt doordat de stijging van de werkzame beroepsbevolking kleiner was dan in de voorgaande maand en de prijsdaling jaar op jaar van bestaande koopwoningen groter.