'Prinsjesdag ondergraaft toekomst glastuinbouw'

'Prinsjesdag ondergraaft toekomst glastuinbouw'

Klimaatverandering is dé uitdaging van onze generatie. Door in 2040 klimaatneutraal te zijn, draagt de Nederlandse glastuinbouw bij aan het tegengaan van opwarming van onze aarde. Samen houden we onze planeet schoon en leefbaar. Juist de gezonde en groene producten uit onze kassen zijn cruciaal om onze leefomgeving te vergroenen en te koelen, mensen fit te houden en het leven te vieren. Toch ondergraaft het demissionaire kabinet met zijn Prinsjesdagvoorstellen de bestaanszekerheid van deze sector. Groenten, fruit, bloemen en planten worden daarmee in Nederland nóg duurder. Bestaanszekerheid van glastuinbouw en burgers vraagt daarom een fundamentele herziening van het huidige degressieve energiebelastingstelsel, zo roept Glastuinbouw Nederland op.

Het kabinet presenteerde op Prinsjesdag eindelijk de omstreden Wet fiscale maatregelen glastuinbouw. Met deze wet wil de regering tussen 2025 en 2030 zowel het verlaagd tuinbouwtarief uitfaseren als de WKK-inputsvrijstelling inperken. Glastuinbouw Nederland maakt zich grote zorgen over de grotere lastendruk die deze voorstellen op de telers legt. In opdracht van de Tweede Kamer en het landbouwministerie constateerde Wageningen Economic Research (WEcR) namelijk al eerder dat hierdoor de totale lastenstijging voor telers van €24 miljoen in 2019 naar €740 miljoen in 2030 stijgt. Ook de nieuwe studie van Trinomics namens het ministerie van Financiën bevestigt deze ongekende impact, ondanks een geleidelijke invoer van deze maatregelen tot 2030. Zonder acht te slaan op die impact voor de voedsel- en groenproductie in Nederland zet het kabinet onverwijld door.

Adri Bom-Lemstra, voorzitter Glastuinbouw Nederland: “Deze maatregelen maken een einde aan kleinere, middelgrote en extensieve familiebedrijven. Voor de helft van de Nederlandse telers wordt het onrendabel om nog tomaten, paprika’s, komkommers, aardbeien, ander zachtfruit of bloemen en planten te telen. Waar de energiekosten twee tot soms vijf keer stijgen, kunnen deze kosten beperkt worden doorberekend aan de consument. Afschaffing van het tuinbouwtarief en inperking van de WKK-inputsvrijstelling remt dan ook met name klimaatkoplopers in het telen van gezonde en groene producten op Hollandse bodem. Gezonder eten en een groenere omgeving wordt zo voor burgers nog onbetaalbaarder en telers eindigen in de rode cijfers.”

De energietransitie in zijn achteruit
Als eerste sector in Nederland kent de glastuinbouw al tien jaar een eigen CO2-sectorsysteem. Recent werd dit systeem met het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030 door kabinet en sector herzien met een ambitieuzer klimaatdoel en een sterkere prikkel voor individuele telers om hun kassen te vergroenen en nog meer energie te besparen. Net als EU-ETS. Het sectorsysteem borgt daarmee ons klimaatdoel 2030 en klimaatneutraliteit in 2040. Aanvullend beleid is daartoe dus niet nodig. Wel stabiel beleid dat telers toekomst- en handelingsperspectief blijft bieden op een financieel gezonde glastuinbouw, zoals met de regering afgesproken in het convenant.

Bom-Lemstra: “Die afspraak staat onder grote druk. Niet alleen kosten deze maatregelen kleinere en extensievere bedrijven de kop, maar ook wordt investeren in de energietransitie voor de overblijvers onmogelijk. De afgesproken balans tussen normeren, CO2-beprijzen en energiebesparing stimuleren is nu definitief zoek. Of dit beleid de transitie überhaupt helpt, kun je je afvragen. Om te overleven in dit degressieve energiebelastingstelsel worden extensieve telers hiermee gedwongen méér energie te gebruiken, zodat telen goedkoper wordt. Dat is de energietransitie in zijn achteruit!”

Voorstel: het energiebelastingstelsel op zijn kop
Weg van de fossiele subsidies en naar een eerlijker energiebelastingstelsel. Dat is wat Nederland én de glastuinbouw wil. Met een vlak(ker) energiebelastingstelsel betaalt iedereen - van burger tot industrie – evenveel voor zijn aardgas en elektriciteit. Een eerlijker systeem, waarin vrijstellingen voor industrieën verdwijnen: elke kilogram uitstoot CO2 wordt gelijk gecompenseerd. Per sector kan aanvullende CO2-beprijzing wordt toegepast, zodat iedere sector daadwerkelijk zijn CO2-reductiedoel haalt. Want hoewel iedere kilogram CO2 een gelijk effect heeft op klimaatverandering, verschillen de kosten van CO2-reductie per sector sterk. De hoogte van deze extra prijsprikkel wordt bepaald op basis van de maatregelen en investeringen die nodig zijn om dit sectorspecifieke klimaatdoel te halen. Dit creëert de juiste prijsprikkel die zorgt dat klimaatdoelen worden gehaald en onnodige kosten bij het bedrijfsleven worden voorkomen.

“Wil het kabinet écht werk maken van de energietransitie dan moet het belastingstelsel fundamenteel op zijn kop in plaats dit paniekvoetbal. Een vlakkere energiebelasting die communiceert met bestaande systemen als ETS en ons CO2-sectorsysteem geeft ondernemers handelings- en toekomstperspectief in de groene economie van Nederland. Tot die tijd blijven het verlaagd tuinbouwtarief en de WKK-inputsvrijstelling de noodzakelijke doekjes voor het bloeden in het huidig degressieve stelsel om voedsel- en groenarmoede te voorkomen. Het is nu belangrijker dan ooit dat voedsel en sierteelt betaalbaar blijft voor burgers. Ook dat is eerlijk klimaatbeleid,” zo roept Bom-Lemstra het bedrijfsleven en ngo’s op tot samenwerken aan een rechtvaardiger beprijzingsbeleid.

Bron:

Deel artikel